Neem een grote schaal of vaas.
Reinig deze goed, bijvoorbeeld met baking soda. Naspoelen met gekookt water.
Was de appels en snijd ze in achten. Schillen hoeft niet.
Vul de schaal of vaas met de appelstukjes en giet er (gekookt, afgekoeld) water op tot 1 cm onder de rand.
Leg hierop twee schoteltjes of ontbijtbordjes.
Dek de schaal of vaas af met kaasdoek (of een dunne oude theedoek) en zet het geheel vast met een elastiek rondom.
Zet het geheel weg (mag op een warme plaats).
De appels drijven in eerste instantie bovenin en er ontstaan luchtbelletjes.
Na 9 tot 10 dagen zie je de appels opeens onderin zitten.
Pak een grote vergiet, leg onderin het kaasdoek of de theedoek en plaats er een andere schaal of fles onder.
Giet de inhoud van de schaal of vaas er over het doek en knijp of pers de appels uit.
Wat je opvangt is zuivere appelazijn.