Als het om vlees gaat ben ik nogal dubbel. Zeg maar gerust: lastig en hypocriet. Ik ben er een beetje vies van. En ik vind het ook wel zielig, zelfs als het om vlees van onze Herenboerenvarkens of-runderen gaat, hoe heerlijk hun leven ook is. Maar ik vind het ook weer niet zo akelig of zielig dat ik het helemaal laat staan. En als rechtgeaarde herenboerin vind ik het altijd interessant hoe eten geproduceerd wordt. Daarom had ik toch wel belangstelling toen ik hoorde dat Ivan en Jan een workshop worst maken gingen verzorgen. Ik was niet de enige: het gezellige café van Toine en Monic, dat speciaal voor ons voor het eerst open was, zat stamvol met Herenboeren. Ivan en Jan namen ons eerst mee door de geschiedenis van
het worstmaken, te beginnen met de Romeinse tijd, en de materialen en de techniek die eraan te pas komen. Na een uitvoerige uitleg over hygiëne (enorm aan mij besteed met mijn vlees-smetvrees) verdeelden we ons in twee groepen en gingen we zelf aan de slag. We voerden vlees aan de “vleeswolf”, kruidden het en vulden daarna darm af. Zo ontstonden stapels worsten. Worsten die je zo maakt zijn nog niet klaar om te eten, die moeten eerst nog drogen, fermenteren en/of gerookt worden. Omdat niet iedereen dat zelf aandurfde hebben Ivan en Jan een flinke stapel meegenomen. Binnenkort kunnen wij worstmakers onze venkel- of metworst op komen halen op de boerderij. Ik ben benieuwd! Het was een heel gezellige, leerzame avond. Dank Ivan en Jan! Als ik een slachtvarken was, dan zou ik een ambachtelijke worst willen worden!
Met dank aan Douwe hier een impressie: